arbeid en inkomen


Het thema  arbeid  vraagt om een nieuwe  zienswijze  - 

een nieuwe  blikrichting  -  een nieuw  standpunt.


van jager/verzamelaar     ➺ ➺    landbouw           ➺ ➺          stadseconomie              ➺ ➺           industriële revolutie             ➺ ➺        wereldeconomie


De mensheid heeft zich in de loop van vele eeuwen ontwikkeld  van:

➺ ➺ ➺   jagers en verzamelaars   ➺ ➺ ➺  landbouw  ➺ ➺ ➺  stadseconomie  ➺ ➺ ➺  staatseconomie  ➺ ➺ ➺  wereldeconomie

 

We hebben daarbij een ontwikkeling doorgemaakt van:

    ZELFVERZORGEND naar  ➺  ➺  ➺  ➺   ARBEIDSDELING

Van MIJZELF naar  ➺ ➺ ➺ ➺   DE ANDER

Van EGOISME naar  ➺ ➺ ➺ ➺  ALTRUISME

 

Dat is niet moralistisch maar economisch bedoeld.

De tijd van 'zelfverzorgend' is voorbij.

Van IK naar  ➺ ➺ ➺ ➺  BROEDERSCHAP

 

Alleen moeten wij onze instelling nog herzien.  

Sinds de arbeidsdeling zijn we op elkaar aangewezen.

Wij werken niet meer voor onszelf (zelfverzorgend) maar voor de ander (arbeidsdeling), zodat de ander in zijn levensonderhoud wordt voorzien.    

En de ander zorgt, op zijn / haar beurt, voor mij.

We werken al altruïstisch, maar we hebben het nog niet in ons bewustzijn opgenomen.

We gaan er nog steeds van uit dat we voor onszelf werken. Maar ik moet broederlijk denken OMDAT HET AL ZO IS.

Ethisch kunnen wij egoïstisch zijn, maar zakelijk, economisch gezien is egoïsme ONMOGELIJK.

Dat wat we  produceren - of door een dienst leveren doen we omdat een ander daar behoefte aan heeft.

En natuurlijk moeten we ook leven maar dat is van een HEEL ANDERE ORDE. Dat hoort onder AFSPRAKEN. Namelijk onder RECHTSAFSPRAKEN. (Rechtsleven)

 

Binnen het Rechtsleven (wat we politiek noemen) wordt, in samenspraak met alle mondige burgers, afgesproken wat ieder mens aan INKOMEN oftewel LEEFGELD nodig heeft om, niet alleen zichzelf, maar ook AL DEGENEN die van hem/haar afhankelijk zijn, in MATERIËLE en IMMATERIËLE behoeften te kunnen voorzien. (economische producten, gezondheidszorg, onderwijs etc.)

Ieder mens heeft een INKOMEN nodig zodat hij/zij zijn/haar werk KAN DOEN. Niet andersom.