


GELD is geen ruilmiddel maar een betaalmiddel. - GELD is een overeenkomst gericht op de toekomst, zodat toekomstige WAREN
met gelijke waarde, weer geruild kunnen worden. - GELD dient als representant van WAREN en DIENSTEN. - GELD moet
stromen, net als water. Als het ergens stil gaat staan dan gaat het stinken. GELD mag in die zin niet opgepot worden, vastgehouden,
gespaard, verzameld, bewaard. - GELD kan alleen een waardemeter zijn. - GELD drukt de, tot verdichting gekomen
prestaties uit, in kwantitatieve zin. - Als GELD staat voor 'waardecreatie', dat wil zeggen goederen die vervolgens geconsumeerd
worden en in het beste geval vervolgens weer als grondstof beschikbaar zijn, dan wordt het duidelijk dat het GELD aan hetzelfde
'sterfproces' moet worden onderworpen. - GELD moet altijd binnen de kringloop van het economisch leven blijven. GELD is steeds
meer uit de economie gevallen en vermeerdert zich buiten de economie. - GELD is als bloed. En als in ons lichaam te weinig bloed of
te veel bloed door onze aderen stroomt, geeft dat problemen. Ophoping van bloed zorgt voor een infarct aan longen - hart - hersenen.
- De vraag moet zijn: wat is GELD voor ons? en wat moet het GELD zijn? Daaruit concluderend willen we GELD als middel
gebruiken, als hulpmiddel om ruil tussen WAREN mogelijk te maken. - GELD heeft toekomstkarakter. - Alles wat 'geworden' is
moet ook 'sterven'. Zo ook GELD. - GELD als machtsmiddel, zodat de ene mens voor de andere mens moet werken, moet
overwonnen worden. - GELD representeert alleen WAAR en omdat grond geen WAAR is verziekt het de prijzen. - In onze tijd
draait alles om GELD. Maar GELD is niet de essentie van de economie. GELD is een gevolg. - Denk het GELD weg uit de economie en
kijk wat er dan overblijft. Dan is GELD alleen nog een boekhouding. - Eerst was er economie, pas later kwam het GELD. -


